Nieuws Klimaat

“Stikstofbeleid mist wetenschappelijke onderbouwing”

Kritiek op ecologen
Jorien Loman
💨

kritiek op hoe ecologen schade meten​
kritiek op hoe ecologen schade meten
Datum: 8 maart 2022
Klimaat

Rypke Zeilmaker

Rypke Zeilmaker

Stikstofminister Christianne van der Wal reserveert 25 miljard euro voor de uitkoop van boeren, omdat stikstof uit hun mest natuurgebieden zou schaden. Maar volgens chemicus Jaap Hanekamp en statisticus Matt Briggs is het beleid gebaseerd op wetenschappelijk drijfzand.

In een nieuwe publicatie in het wetenschappelijk vaktijdschrift voor risico-analyse, Dose-Response, ondergraven chemicus Jaap Hanekamp en statisticus Matt Briggs de wetenschappelijke onderbouwing onder de ‘transitie landelijk gebied’ van Stikstofminister Christianne van der Wal. Voor het meten van natuurschade door stikstofneerslag hanteren ecologen sinds 1988 een meetlat die zij de ‘Kritische Depositie Waarde’ (KDW) noemen. Dat is een soort chemische ‘safe space’ voor planten, uitgedrukt in kilo stikstofneerslag per hectare. Boven een ‘kritische grens’ van stikstofneerslag, een giftige dosis als het ware, zou bijvoorbeeld een hoogveenterrein overwoekerd kunnen raken door planten die juist wel varen bij meer stikstofbemesting. Zo raken zeldzame habitatjes verloren.

Stikstofminister Christianne van der Wal schreef in een Kamerbrief op 11 februari: “De kritische depositiewaarden zijn zeer relevant voor de aanpak. Het zijn belangrijke wetenschappelijk onderbouwde indicatoren voor het risico op verslechtering van natuur door stikstofdepositie.” De nieuwe publicatie van Hanekamp en Briggs behandelt met name de vraag ‘is die schade aan natuur wel op wetenschappelijk verantwoorde wijze gemeten’. Na alle sleutelpublicaties over KDW’s van de hoofdrolspelers in dit veld te hebben getoetst is Hanekamps oordeel nu hard. “Pseudowetenschap. Het is verbazingwekkend dat de wetenschappelijke gemeenschap dit als acceptabel heeft bestempeld.”

De kern van de kritiek in de nieuwe publicatie, leunt op basaal begrip van hoe je natuuronderzoek doet. In de wetenschap bestaat nooit 100 procent zekerheid. Je moet bij opgegeven metingen en getallen als een ‘kritische waarde’ of ‘giftige dosis’ altijd controleerbaar kunnen berekenen wat je onzekerheidsmarge is. Die statistische onzekerheid hangt af van bijvoorbeeld de kwaliteit van je metingen, of ze overal op gelijke wijze zijn gedaan. Of van de hoeveelheid metingen, de grootte van je sample. En of je een controlegroep hebt, bij medicijnonderzoek een ‘placebo’.

Bij de KDW-studies die het beleid onderbouwen, ontbreekt zo’n controlegroep vaak. Ook zijn geen foutmarges berekend, die je onafhankelijk kunt toetsen. Ecologen suggereren een ‘precisie’ die wetenschap niet kan leveren, en die ook niet uit hun eigen onderzoek volgt.

Als voorbeeld noemt Hanekamp proeven, waarbij resultaten uit bloempotten met hoogveenplakjes van tien bij tien centimeter vervolgens worden opgeschaald naar hectares of zelfs hele regio’s. Zonder dat je daarbij de onzekerheidsmarge van je KDW net zo groot aanpast. Terwijl een op 100 vierkante centimeter vastgesteld exact lijkend getal, bij zo’n vermiljoenvoudiging of meer betekenisloos wordt.

Wim de Vries, hoogleraar Milieusysteemanalyse van Wageningen UR, stelt in reactie op Hanekamps kritiek, dat kleine proefvlakjes voor hem geen probleem zijn. “Hoogveen bestaat uit een kleinschalig patroon van bulten en slenken en effecten op mosplaggen zijn goed bruikbaar voor een inschatting van effecten.”

Al langer bestaan bij critici twijfels over hoe ecologen schade meten aan natuur. Want in feite stellen zij dat alle verandering in een natuurgebied die natuurbeheerders ongewenst vinden per definitie ‘schade’ is. Volgens Hanekamp is er bijvoorbeeld in het werk van inmiddels ­gepensioneerd stikstofonderzoeker Bobbink “geen heldere definitie wat ‘kritisch’ betekent, misschien voor politieke doelen, maar niet als onderbouwing met consistente metingen aan planten of chemie”.

Bobbink stelt desgevraagd dat uit experimenten wel degelijk de ­schadelijkheid van stikstof blijkt, zo reageert hij per e-mail. “Ik heb ­eigenhandig beregenings­experimenten uitgevoerd in ­meerdere habitattypen met stikstoftoedieningen, en de resultaten met eigen ogen kunnen zien.” Bobbink heeft op 14 februari een rapport uitgebracht met Greenpeace, waarmee Greenpeace nu campagne voert. De natuur zou ‘op omvallen’ staan, zo stelt de actiemultinational in een persbericht op gezag van Bobbinks werk.



 
Wil je meer weten?
Koop de nieuwste editie bij jou in de buurt, of bestel deze editie.
Wil je meer weten?
Koop de nieuwste editie bij jou in de buurt, of bestel deze editie.




©2024 De Andere Krant.
Alle rechten voorbehouden.