Nieuws Vaccinatieschade

Boosterhorror: 1 op 35 geprikten riskeert hartschade

pas op voor booster
Beeld: ANP
💨

Een “buitensporig risico – als ik dit had geweten, was ik hard weggerend”​
Een “buitensporig risico – als ik dit had geweten, was ik hard weggerend”
Datum: 5 augustus 2023
Vaccinatieschade

Toine de Graaf

Toine de Graaf

Zwitserse cardiologen en onderzoekers hebben in een peer-reviewed studie vastgesteld dat 1 op de 35 mensen na een mRNA-boosterprik hartschade riskeert. Deze mogelijk levensbedreigende bijwerking is dus niet ‘zeldzaam’, zoals het ministerie van VWS en andere gezondheidsautoriteiten regelmatig hebben beweerd. In het najaar gaat de Nederlandse overheid weer mRNA-boosters aanbieden. De vraag is of de bevolking zal worden geïnformeerd over de risico’s. Zorgverleners die het vaccin toedienen lopen mogelijk een aansprakelijkheidsrisico.

Cardiologen en onderzoekers van het universitair ziekenhuis in Basel begonnen eind 2021 een uniek onderzoek: een ‘actieve’ studie naar eventuele hartschade als gevolg van een Moderna-booster.1 Aanleiding waren de ‘zeldzame’ gevallen van myocarditis (hartspierontsteking) bij vooral jonge mannen, enkele dagen na mRNA-vaccinatie (Moderna of Pfizer). Deze ernstige gevallen kwamen aan het licht door zogenaamde ‘passieve’ surveillance. Met andere woorden: ze werden niet actief opgespoord, maar ontdekt bij een acute ziekenhuisopname.

De eerste berichtgeving hierover dateert van april 2021, en kwam uit Israël dat door exclusieve afspraken met Pfizer een ‘mRNA-voorsprong’ had op de rest van de wereld. Op 25 april meldde Reuters ‘tientallen incidenten’ van myocarditis onder ruim vijf miljoen gevaccineerden in ­Israël, vooral na hun tweede prik.2 Een maand later berichtte The New York Times over vergelijkbare gevallen in de VS.3

De Zwitsers gebruikten de vermeende zeldzaamheid van deze bijwerking als vertrekpunt voor hun onderzoekshypothese. Die luidde dat mRNA-­vaccin-geassocieerde schade aan de hartspier (‘myocardschade’) na boostervaccinatie mogelijk veel vaker voorkomt, omdat de symptomen “­aspecifiek, mild of zelfs afwezig kunnen zijn, waardoor ze ontsnappen aan passieve surveillance”. Door de wereldwijde boostervaccinaties achtten ze hun studie noodzakelijk. “Daarom is het kennen van de ware omvang van mRNA-vaccin-geassocieerde hartspierschade van groot belang voor geïnformeerde besluitvorming door patiënten, artsen en volksgezondheidsautoriteiten”, schreven ze.

Bij hun studie, die op 20 juli 2023 online is gepubliceerd door de European Journal of Heart Failure, bleven de Zwitsers dichtbij huis. Medewerkers van het ziekenhuis in Basel (gemiddeld 37 jaar, 70 procent vrouw) werden na een boosterprik met het Moderna-vaccin onderzocht op mRNA-­vaccin-geassocieerde hartspierschade. Daarbij werd gekeken naar de bloedwaarde van het ‘hoogsensitieve cardiaal troponine T’ (hs-cTnT). Troponine is een eiwit in de cellen van de hartspier (myocard) en betrokken bij de samentrekking van het hart. Bij ontstane schade echter lekt dit troponine uit de hartcellen, waardoor de concentratie in het bloed stijgt. Dát is waar de Zwitsers naar keken. Concreet: ze definieerden mRNA-vaccin-geassocieerde hartspierschade als een acute dynamische stijging van het hs-cTnT boven de normale bovengrenzen voor mannen en vrouwen op de derde dag (48-96 uur) na vaccinatie, zónder bewijs voor een alternatieve oorzaak van de stijging.

Bij het onderzoek bleek de hartspierschade helemaal niet zeldzaam te zijn, zoals door de autoriteiten steeds is volgehouden. Van de 777 deelnemers hadden er 40 (5,1 procent) op de derde dag na de prik een verhoogd hs-cTnT. Bij 18 van hen werd geconcludeerd dat er waarschijnlijk een alternatieve oorzaak was voor deze stijging. Bij 22 deelnemers (2,8 procent, gemiddeld 46 jaar oud) werd ­mRNA-vaccin-geassocieerde hartspierschade vastgesteld. Kortom: bij 1 op de 35 geprikten. “Een buitensporig risico”, reageerde de Britse verplegingswetenschapper dr. John Campbell op 26 juli op zijn Youtube-kanaal. “Als iemand tegen mij had gezegd: je zou dit vaccin kunnen nemen - wat ik heb gedaan - maar er is een kans van 2,8 procent dat je mRNA-vaccin-geassocieerde myocardschade krijgt, dan zou ik hard zijn weggerend. Ik ben woedend dat ik hier niet volledig over ben geïnformeerd.”

Volgens Campbell is er werk aan de winkel voor organisaties als het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) en het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG). Hij kijkt uit naar “een onmiddellijke en dringende reactie van regelgevende instanties over de hele wereld”. Want: “Wat is hun bestaansrecht nog, als ze hier niet onmiddellijk actie op ondernemen?”

Op 30 juli reageerde ook de Amerikaanse cardioloog dr. Peter McCullough op de Zwitserse studie.4 De populaire aanname dat myocarditis vaker voorkomt na een covid-­infectie dan na mRNA-vaccinatie, veegde hij van tafel: “Met een toenemend aantal gevallen van door autopsie bewezen fatale myocarditis, dagelijkse meldingen van onverwachte hartstilstanden en sterf­gevallen en ruim 800 artikelen in de peer-reviewed literatuur, kunnen we ervan uitgaan dat covid-vaccinatie een veel groter risico is voor het hart dan een covid-infectie die nu 97 procent van de Amerikanen achter de rug heeft.”

Opvallend was dat het bij de 22 geprikten met hartspierschade vooral om vrouwen ging, namelijk 20. Tot nu toe is myocarditis na coronavaccinatie voornamelijk geassocieerd met jonge mannen. Een ander opvallend gegeven: slechts twee van deze gevaccineerden hadden pijn op de borst. De anderen met hartspierschade rapporteerden geen hartgerelateerde symptomen. Met andere woorden: zonder deelname aan deze ‘actieve’ studie zou hun hartprobleem vrijwel zeker over het hoofd zijn gezien. Na vaststelling van een verhoogd tropo­nine op dag 3 werden de deelnemers hierover geïnformeerd. Ze kregen het advies zware inspanning te vermijden. Ook kregen ze direct een medische follow-up, inclusief klinische evaluatie, een tweede hs-cTnT-meting en een elektrocardiogram (ECG).

Het goede nieuws voor de getroffenen is dat alle gevallen mild waren, met slechts een voorbijgaande en korte periode van hartspierschade. Geen enkele patiënt had ECG-­veranderingen en geen van hen maakte binnen dertig dagen een ernstige cardiale gebeurtenis door, zoals een hartstilstand. Maar de onderzoekers wijzen erop dat eventuele langetermijngevolgen nog onbekend zijn, zoals een mogelijk verhoogde kans op hartfalen. Ze melden verder dat de goede kortetermijnuitkomst mogelijk toe te schrijven is aan het ‘vangnet’ dat werd geboden: de vroegtijdige detectie, gevolgd door snelle uitvoering van preventieve maatregelen zoals het ontraden van zware inspanning. Voor honderden miljoenen andere geprikten ontbrak echter zo’n vangnet.

De Zwitserse studie raakt daarmee direct aan het oversterftedossier. Myocarditis kan sterfte na corona­vaccinatie immers (mede) verklaren. De uitkomsten zijn bijvoorbeeld te linken aan de filmpjes van plotsklaps neervallende sporters, die sinds 2021 viraal gaan. De Europese Society of Cardiology (ESC) raadt in haar behandelrichtlijn uit 2020 over sport en hartaandoeningen immers élke vorm van sport af, zolang de myocarditis aanwezig is.5 Echter, zo waarschuwde voorzitter van het Artsen Collectief en voormalig cardiothoracaal chirurg dr. Jan Grandjean al begin dit jaar: “Veel van de ontstekingen kunnen symptoomloos verlopen en daarin schuilt het gevaar”. Een gevaar waarvoor de deelnemers aan de Zwitserse studie werden behoed, door de unieke onderzoeksopzet.

Straks in de Nederlandse prikstraten zal het Zwitserse vangnet echter ontbreken. Ook zullen de meeste prik-klanten een hogere leeftijd en slechtere gezondheid hebben dan de Zwitserse proefpersonen. En mogelijk hebben ze al hartproblemen. De Zwitserse onderzoekers pleiten daarom voor vergelijkbaar onderzoek bij oudere leeftijdsgroepen. Want voor hen zou het risico van booster-­geassocieerde hartspierschade nog wel eens (veel) groter kunnen zijn. Juist ouderen zijn oververtegenwoordigd in de oversterftegrafieken die rondgaan sinds 2021.

Volgens Campbell dient voortaan ­iedereen vóór een mRNA-coronaprik te worden geïnformeerd over het risico van 2,8 procent. “Zo niet, dan is geen sprake van informed consent.” Dit informed consent is een gevleugeld begrip in de gezondheidszorg. Het betekent dat iemand voorafgaand aan een behandeling, zoals een vaccinatie, hierover zo volledig mogelijk moet worden geïnformeerd. Pas daarna kan een patiënt toestemmen in de behandeling. Deze informatieplicht is in Nederland vastgelegd in de Wet op de Geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) en omvat onder meer het geven van “zo volledig mogelijke informatie” over mogelijke bijwerkingen. Een zorgverlener die zich onttrekt aan deze informatieplicht, kan juridisch aansprakelijk worden gesteld voor eventuele gezondheidsschade als gevolg van de behandeling.

Dit is relevante informatie voor zorgverleners die komend najaar weer mRNA-vaccins gaan toedienen. En uiteraard voor mensen die hun arm weer mogen opstropen. Daarbij gaat het om 60-plussers, volwassenen/kinderen met een hoog medisch risico en iedereen die ook jaarlijks een uitnodiging krijgt voor de griepprik. Ook zorgmedewerkers met direct patiëntencontact krijgen de herhaalprik aangeboden. Dat zal op zijn vroegst vanaf oktober zijn, afhankelijk van de vaccinleveringen. Het streven is gebruik te maken van een Pfizer-­vaccin.



 
Wil je meer weten?
Koop de nieuwste editie bij jou in de buurt, of bestel deze editie.
Wil je meer weten?
Koop de nieuwste editie bij jou in de buurt, of bestel deze editie.




©2024 De Andere Krant.
Alle rechten voorbehouden.