Nieuws Vaccinatieschade

Zien we hier het effect van ‘de booster-prik’?

effecten booster prik
💨

Toename van kankerdiagnoses van de geslachtsorganen is verontrustend​
Toename van kankerdiagnoses van de geslachtsorganen is verontrustend
Datum: 26 juli 2023
Vaccinatieschade

Toine de Graaf

Toine de Graaf

Wetenschappelijke studies tonen een mogelijke link tussen de Pfizer en Moderna mRNA-vaccins en kanker, zo berichtte deze krant vorige week. Is hiervan iets terug te zien in de Nederlandse kankercijfers? Daar lijkt het wel op: de toename van nieuwe kankerdiagnoses van de geslachtsorganen tussen 30 en 45 jaar (vrouwen en mannen) oogt verontrustend.

“Diagnose kanker klonk nog nooit zo vaak”, meldde het AD op 3 februari 2022. “In 2021 kwamen er 124.000 nieuwe kankerpatiënten bij, 10 procent meer dan het jaar ervoor.” Het record werd gelinkt aan de coronaperiode: in 2020 zat een ‘dip’ in de diagnoses. Door het tijdelijk staken van de bevolkingsonderzoeken naar borst-, darm-, en baarmoederhalskanker ­waren minder kankers opgespoord. Mogelijk stelden mensen een bezoek aan de huisarts ook uit, vanwege corona. Kortom: de recordtoename in 2021 was grotendeels een ‘inhaaleffect’.

De mRNA-vaccins werden niet genoemd. Toch laten voorlopige cijfers van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) over de ‘prikjaren’ 2021 en 2022 een verontrustend signaal zien: bij vrouwen tussen 30 en 45 jaar steeg in 2021 het aantal kankers van de geslachtsorganen met 25 procent, ten opzichte van 2020.1 Ofwel: 559 versus 446 nieuwe diagnoses. De grootste stijging sinds deze cijfers worden verzameld (1989). En ook aanzienlijk meer dan de gemiddelde toename van 10 procent voor alle kankers, waarover het AD berichtte.

Een deel van de stijging van 25 procent laat zich verklaren door het genoemde inhaaleffect. Half maart 2020 werd het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker stopgezet en op 1 juli weer opgestart. Dit drukte in 2020 het aantal nieuwe diagnoses van deze kankersoort, die het grootste deel uitmaakt van de kankers van de vrouwelijke geslachtsorganen tussen 30 en 45 jaar. In deze groep bedroeg de ‘dip’ in de kankerdiagnoses van de geslachtsorganen ten opzichte van 2019 echter niet meer dan 8 procent (446 versus 487 diagnoses).

Veerden de cijfers in 2022 terug naar ‘normaal’? Niet echt. Het aantal nieuwe kankerdiagnoses van de geslachtsorganen stabiliseerde zich op 546 gevallen in de groep 30 tot 45 jaar. Een daling van slechts 2 procent ten opzichte van 2021 (559 diagnoses). Hierdoor ontstaat de indruk dat de nieuwe diagnoses in 2021 en 2022 naar ‘next level’ zijn gegaan in deze leeftijdscategorie. En die indruk blijft bestaan als je het jaargemiddelde van het huidige decennium (2020-2022: 517 diagnoses) afzet tegen het jaargemiddelde van het vorige decennium (2010-2019: 415 diagnoses). Ook dan zie je een stijging van zo’n 25 procent, ondanks ‘dip-jaar’ 2020.

Bij Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) maakt men zich enigszins ongerust. “Het totale aantal vrouwen met baarmoederhalskanker is na een laagste punt in 2013 weer gestegen”, meldt het centrum op basis van de grafieken.2 “Momenteel wordt er naar oorzakelijke verbanden gezocht om de lichte stijging te kunnen verklaren.” Daarbij wijst het IKNL op de mogelijke rol van het rookgedrag van vrouwen: “Roken verzwakt het immuunsysteem en versterkt daarmee de invloed van het HPV-virus, de meest belangrijke risicofactor voor het ontstaan van baarmoederhalskanker.”

Baarmoederhalskanker is inderdaad licht toegenomen als je kijkt naar alle leeftijden. Maar tussen 30 en 45 jaar kun je niet meer spreken van een “lichte stijging”. De IKNL-grafiek leert dat in 2021 in die leeftijdscategorie – de belangrijkste risicogroep – het aantal diagnoses (412) is toegenomen met 30 procent ten opzichte van het voorgaande jaar (317). Wordt het daarom niet eens tijd voor een prikkelende stelling, in IKNL-jargon: “De mRNA-vaccins verzwakken het immuunsysteem en versterken daarmee de invloed van het HPV-virus, de meest belangrijke risicofactor voor het ontstaan van baarmoederhalskanker”?

Deze stelling is minder wild dan hij misschien op het eerste oog lijkt. In het vorige nummer haalden we een interview aan dat Dell Bigtree vorig jaar had met de Amerikaanse patholoog Ryan Cole.3 Daarin verwees Cole – niet voor het eerst – naar de Nijmeegse studie waarvan in mei 2021 een preprint verscheen, maar die nog altijd niet is gepubliceerd.4 In die preprint is beschreven hoe de mRNA-vaccins Toll-like receptors (TLR’s) downreguleren, de poortwachters van het aangeboren immuunsysteem. Cole wees erop dat deze receptors kankercellen én (slapende) virussen in bedwang houden.

Dit vertelde Cole aan Bigtree: “Wanneer de receptors tot expressie komen en je hebt de juiste hoeveelheden, dan hebben ze de mogelijkheid een signaal te sturen naar dat slapende virus: ‘Hé, blijf slapen’. Maar alles is opportunistisch. Als iets in een lage ratio aanwezig is, zegt het virus: ‘Hé, niets houdt me in toom, ik kan weer wakker worden’. En dat is precies wat we zien.” Al in juli 2021 meldde Cole een toename in zijn lab van onder meer het Humaan Papillomavirus (HPV).5 “Het reactiveert”, zei hij. Kan het zijn dat dit mechanisme een rol speelt bij de toename van baarmoederhalskanker tussen 30 en 45 jaar?

Maar er is nog iets: de mogelijke stapeling van de Pfizer-vaccininhoud in de geslachtsorganen. In een ‘oudergids’ die de Canadese immunoloog dr. Byram Bridle schreef voor de Canadian Covid Care Alliance, verwees hij naar aanvullende gegevens uit dierproeven die Pfizer begin 2021 verstrekte aan de Japanse overheid.6 Op basis hiervan concludeerde Bridle dat de vaccininhoud zich deels door het lichaam verspreidt. In geen enkel orgaan kwam het tot zo’n piek als in de eierstokken. Pfizer verstrekte in januari 2021 vergelijkbare gegevens aan de Australische overheid.7

In dat Australische rapport staat dat geen studies zijn uitgevoerd naar de carcinogeniteit van het Pfizer-vaccin, ofwel mogelijke kanker-effecten. Volgens het Risk Management Plan van Pfizer is dit in overeenstemming met de 2005 WHO-richtlijnen voor vaccins, omdat studies naar carcinogeniteit “over het algemeen niet noodzakelijk worden geacht om de ontwikkeling en toelating van vaccins voor infectieziekten te ondersteunen”.8

Maar zijn de mRNA-producten wel ‘vaccins’? Volgens een studie die vorige maand is gepubliceerd, gaat het om gentherapie.9 En daarvoor gelden strengere toelatingseisen, onder meer ten aanzien van mogelijke carcinogeniteit. Dat het gentherapie betreft, was overigens al vroeg in de pandemie bekend bij de autoriteiten. Ook in ons land: in maart 2020 werd snel en geruisloos wetgeving aangepast (“spoedmaatregelen met betrekking tot gentherapie ter bestrijding van covid-19”).10 Uiteindelijk werden de Pfizer- en Moderna-producten gelabeld als ‘vaccin’ en de strengere toelatingseisen voor gentherapie omzeild. Dit bespaarde tijd (en kosten). Een interessante vraag is wat dit gaat betekenen voor de productaansprakelijkheid indien kanker als gevolg van een mRNA-product kan worden bewezen.

Zover is het nog niet. Voor een causaal verband tussen de beschreven kankertoename en de mRNA-vaccins ontbreekt vooralsnog de wetenschappelijke onderbouwing. Al is het wel een signaal dat aandacht verdient. De Gezondheidsraad lijkt zich intussen nergens van bewust: vorige maand adviseerde de raad, komend najaar een corona-herhaalprik aan te bieden aan onder meer zwangeren en zorgmedewerkers. Die laatste groep zal zich dus weer moeten verweren tegen de slogan “je doet het voor een ander”, die evenmin wetenschappelijk is onderbouwd.
Wat de mannelijke zorgmedewerkers betreft: voor hen is het goed om te weten dat in de genoemde dierproeven de Pfizer-vaccininhoud ook werd aangetroffen in de testikels. Het goede nieuws: in 2021 bleven de kankerdiagnoses van de mannelijke geslachtsorganen (30 tot 45 jaar) vrijwel stabiel ten opzichte van 2020. In dat coronajaar was er ook geen ‘dip’. Vanaf 2016 tot en met 2021 namen de nieuwe diagnoses mondjesmaat toe van 405 tot 438, een totale stijging van 8 procent over een periode van zes jaar. Echter: de voorlopige cijfers voor 2022 laten een plotselinge toename zien van 18 procent ten opzichte van 2021 (519 versus 438 diagnoses).11 Zien we hier een effect van de ‘booster-prik’? Dat is niet ondenkbaar, gelet op de studie die we vorige week aanhaalden en waarin verzwakking van het immuunsysteem na herhaalde mRNA-vaccinatie is beschreven met mogelijk gevolgen voor de kankergroei.12


Dit is deel 2 van Toine de Graaf over de relatie van Turbo kanker en mRNA-vaccinaties. Deel 1 vind je hier: dakl.nl/turbo-kanker


 
Wil je meer weten?
Koop de nieuwste editie bij jou in de buurt, of bestel deze editie.
Wil je meer weten?
Koop de nieuwste editie bij jou in de buurt, of bestel deze editie.




©2024 De Andere Krant.
Alle rechten voorbehouden.