Nieuws Cultuur

Fotografe Davide Heijmans over vrij zijn in een onvrije wereld

interview davide heijmans
Beeld: MKFOTOGRAFIE
💨

“Altijd op zoek naar de ziel”​
“Altijd op zoek naar de ziel”
Datum: 14 augustus 2023
Cultuur

Erick Overveen


Het werk van de Amsterdamse fotografe Davide Heijmans (1995) wordt getekend door diepte, nuance en authenticiteit. Ze navigeert behendig tussen haar psychologische roots, haar leven als partner van een prominente politicus en haar ultieme passie: de fotografie. In een interview met De Andere Krant onthult zij een wereld waarin beeldende kunst, politiek en het dagelijkse leven samensmelten met haar gezin en breekt zij een lans voor individuele vrijheid. Ook geeft ze ons alvast een sneak peak van haar nieuwste foto-expositie, die pas later dit jaar van start gaat. “Ik ben altijd op zoek naar de ziel van de mensen en plaatsen die ik vastleg.”

Aan de Universiteit van Amsterdam, waar Davide Heijmans psychologie studeerde, werd ze in 2016 gegrepen door de kracht waarmee fotografen verhalen vastlegden. Deze fascinatie zetten haar ertoe aan ook zelf met beeldende kunst te gaan experimenteren. Aangemoedigd door Nederlandse fotografen als Jimmy Nelson en William Rutten, presenteerde ze in 2020 haar eerste solo-expositie in de Amsterdamse Jordaan: 24/24 San Remo. Het volgende jaar volgde haar serie Falling Angels, een reflectie op vrijheid in de schaduw van covid-19. Tussendoor werkte ze voor media zoals de Volkskrant, De Telegraaf en Epoque Magazine van uitgeverij De Blauwe Tijger. Heijmans’ portfolio is zeer divers: van portretten en familiefoto’s tot conceptuele kunst. Hoewel velen haar kennen als partner van Thierry Baudet, volgt ze in haar kunstzinnige expressie vastberaden haar eigen pad. De authenticiteit in haar werk bleef niet onopgemerkt bij de vele bewonderaars van haar werk. Op een zonnige julidag spraken wij Davide in het Amsterdamse Beatrixpark.

Hoe zijn fotografie en jij eigenlijk bij elkaar gekomen?
Tijdens mijn psychologiestudie aan de Universiteit van Amsterdam ontdekte ik rond 2016 het werk van de gerenommeerde fotograaf Sebastiao Salgado, die faam verwierf door fotojournalistiek naar kunst te sublimeren. Terwijl ik me steeds minder thuis voelde bij mijn studie, begon ik zelf ook steeds meer foto’s te maken. Inmiddels werd ik ook geïnspireerd door andere grootheden in de fotokunst zoals Annie Leibovitz vanwege haar iconische portretten van beroemdheden en indrukwekkende groepsfoto’s. Ook mensen van het kaliber Jimmy Nelson beïnvloedden mij, en de onmiskenbare stijl van Helmut Newton niet te vergeten. Zijn iconische wijze van fotograferen, waarmee hij vrouwen op een elegante manier met lange benen en hoge hakken portretteerde, sprak me enorm aan. Al snel kwam ik tot de ontdekking dat de synergie van psychologie en fotografie me in staat stelde ongelooflijk dicht bij mijn onderwerpen te komen en diepere emotionele lagen vast te leggen. Het heeft trouwens wel nog een tijdje geduurd eer ik mezelf fotograaf durfde te noemen hoor, maar uiteindelijk culmineerden mijn experimenten met fotografie in 2020 in mijn debuutexpositie 24/24 San Remo, die in de Amsterdamse Jordaan tentoon werd gesteld.

De positieve ontvangst hiervan leidde tot een vervolg in de vorm van Falling Angels het jaar daarop. Deze serie over complexe emoties en over vrijheid, uitgedrukt door de balletdansers van het Nationale Ballet, die te zien was in Amsterdam en waarmee ik tot voor kort nog exposeerde in Apricale, Noord-Italië, portretteert mensen die ergens voor willen gaan, maar niet weten waar ze naartoe moeten. Aan de verkramping in hun gezicht zie je dat ze verscheurd worden door twee verschillende krachten. Op mijn website staat een quote die aan deze fotoserie relateert:

- ‘Ik kan vrij zijn in een onvrije wereld. Zolang ik mezelf dat toesta. Niemand kan mijn vrijheid afnemen.’ -

Maar anderen, zoals de overheid met de coronamaatregelen, proberen wel mijn vrijheid enorm te beperken, zoals in dat verschrikkelijke coronajaar 2021 met ons gebeurde en ik om me heen heb ervaren. Deze fotoserie, die uitgerekend indertijd veel publiciteit genereerde, gaat erover dat je zelf bepaalt wat je vrijheid is, en er is niets wat je dat kan afnemen.

Recentelijk ben je vaak in Apricale geweest om nieuwe foto’s te maken voor een nieuwe expositie. Kun je vertellen wat je daar precies gedaan hebt en wat je indruk daarvan is?
Ik heb ontdekt dat Apricale in tegenstelling tot hier in Amsterdam een levendige gemeenschap heeft. Waar in Amsterdam de verschillende generaties zich steeds meer van elkaar lijken te distantiëren, is er in Apricale nog altijd een hechte gemeenschap die generaties verbindt. Het is een klein dorp in de bergen in the middle of nowhere, maar wel op vijftien minuten van Nice en San Remo. Dus je bent in principe overal in no time, maar als je er bent dan ben je ook echt even los van alles. Er zijn weinig Italiaanse dorpen die nog zo oorspronkelijk zijn. Drie weken geleden ben ik er terug naartoe gegaan en heb ik er een nieuwe serie gemaakt, die precies weerspiegelt waar ik in mijn fotografie naar streef.

En dat is?
In mijn fotografie ben ik altijd op zoek naar de ziel van de plaatsen en mensen die ik vastleg. Hun authentieke karakter zeg maar. Straatfotografie en kunstfotografie kunnen verschillend zijn in hun benadering, maar ik zie ze allebei als kunstvormen. Apricale, rijk aan geschiedenis en authenticiteit, biedt een schat aan verhalen. De openheid van de gemeenschap vind ik heel inspirerend. Ik had het voorrecht om iedereen persoonlijk aan te spreken en uitgebreid te vragen over hun levens en hun dromen. In Apricale woont een opmerkelijke vrouw genaamd Rita, een 80-jarige met slechts twee tanden. Elke dag wandelt ze tussen de vijf en tien kilometer naar het dorp, waar ze om vier uur in de kerk gaat zingen. Ik kwam haar dagelijks tegen, omdat die kerk zich naast mijn appartement bevond. Telkens wanneer ze mijn zoon Lancelot zag, begroette ze hem: “Ciao Lancilotto!” Ik heb een foto van hun eerste ontmoeting, waarop mijn zoontje al deel uitmaakt van de gemeenschap en ook liefdevol werd begroet door de andere kinderen, die hem “Totò” noemden - dat is daar z’n nieuwe bijnaam geworden. Die foto heb ik gemaakt met een Hasselblad, een mooie analoge camera. Heel mechanisch. Lancelot is trouwens een heel levendig mannetje. Hij barst van de energie. Net als zijn vader. Hij wil de hele wereld ontdekken. Hij is ontzettend snel in zijn ontwikkeling. En hij is dol op vrouwen en mannen met baarden. Hij is pas tien maanden maar loopt al bijna. Dat is ook zo mooi aan Apricale. De kinderen in dat dorp zijn van iedereen. Ze worden door iedereen opgevoed. Er heerst een traditionele geest wat dat betreft. Het klassieke. Dat is heel goed voor onze zoon. Intuïtief voel ik dat zo.

Waarom heb je voor deze expositie voor zwart-wit-fotografie gekozen?
Ik werk zowel met kleur als met zwart-wit, maar in bepaalde situaties voel ik dat zwart-wit de emotie van een moment sterker vastlegt. Kijk bijvoorbeeld naar de foto van de jonge Toto en de oudere Rita in de kerk. Een kleurrijk detail, zoals een raam, kan in een kleurenfoto de aandacht afleiden. Maar met zwart-wit komen de licht- en schaduwnuances echt naar voren, wat diepte en gevoel toevoegt. Zwart-wit heeft een tijdloze kwaliteit, en dat past perfect bij het historische karakter van een plaats als Apricale.

Lancelot is je zoon uit je relatie met Thierry Baudet. Hoe hebben jullie elkaar ontmoet?
M’n eerste betaalde fotografie-opdracht was ook de dag waarop ik Thierry Baudet ontmoette: 25 november 2016. Er was een evenement voor studenten waar hij gastspreker was en ik moest hem fotograferen, hij was mijn onderwerp. Forum was al opgericht maar zat nog niet in de Kamer, en ik had op dat moment nog nooit van hem gehoord. Het was de herfst waarin Trump net tot president was gekozen. De wereld hield haar adem in. Thierry droeg die dag grappig genoeg een Trump-petje. Voor hem was het meteen liefde op het eerste gezicht, maar ik was sceptischer en dacht: “Wat wil deze man van mij?” Hij vroeg meteen of ik met hem uit wilde en of ik een kop koffie met hem wilde drinken, en dat vond ik allemaal heel spannend. Toch heeft het best nog wel een poosje geduurd voordat het wat werd tussen ons. Hij heeft hard moeten werken.

Tegenwoordig ben je – mede dankzij Thierry - behoorlijk bekend geworden. Ik kan me voorstellen dat je niet altijd geassocieerd wilt worden als ‘de vrouw van’?
Het heeft me in het begin van mijn carrière wel in de weg gestaan, maar ik probeer daar nu eigenlijk mijn schouders over op te halen, dus als mensen niet met mij willen samenwerken vanwege Thierry, dan is dat maar zo. Ik zie dat eerder als een verlies voor hen dan voor mij. Ik geloof in overvloed. Er zijn steeds meer mensen en bedrijven die wel voor mij kiezen vanwege mijn kwaliteit en niet omdat ik toevallig of minder toevallig de vrouw ben van een omstreden politicus. Het enige is dat ik graag deel zou willen uitmaken van de Nederlandse kunstwereld en ik heb daar nog niet per se weerstand in ondervonden, maar ik heb wel het gevoel dat het daarin een rol speelt. Als “vrouw van” zullen ze mij niet zo snel nomineren voor een prijs of uitnodigen.

Komt dat ook omdat de kunstwereld nogal linksgeoriënteerd is? Columniste Sietske Bergsma heeft gezegd dat er tegenwoordig haast geen commerciële niet-woke kunst meer is.
Zeker, het valt niet te ontkennen dat veel kunstscholen, instituten en nieuwe stromingen een sterke voorkeur hebben voor een specifiek gedachtegoed. Ook bepaalde ideologieën zoals de LHBTQ+ zijn daar prominent aanwezig. Er heerst een verstikkende politieke correctheid. Zelf vind ik dat vreselijk. Voor mij moet kunst in eerste instantie vooral mooi zijn, en haar bestaansrecht niet ontlenen aan een politieke agenda of een ideologie. Ken je het Guggenheim-museum in Bilbao, Spanje? Dat doet gewoon pijn aan je ogen. Ik denk dat het een diepe behoefte is aan esthetiek in mij. Dat het mooi moet zijn. Dat gevoel is universeel. Niet subjectief. Dat heb ik dus wel in Apricale. Ik heb het gevoel dat het daar klopt.

Kun je je fotografie combineren met je nieuwe rol als moeder?
Absoluut. Het is een verrijkende ervaring om zowel moeder te zijn als actief deel te nemen aan de wereld om me heen. Vlak na de geboorte van Lancelot heb ik nog een acteercursus bij de acteerschool De Trap gevolgd. Ik had een verlangen om weer te acteren, aangezien ik dat van mijn 8e tot mijn 18e heb gedaan en het spelen enorm miste. Acteren biedt mij niet alleen persoonlijke voldoening, maar het helpt me ook in mijn fotografie. Het stelt me in staat bepaalde sferen op te roepen en verbinding te maken met emoties, wat essentieel is bij het creëren van beelden. Er zijn tijden waarin ik me zie evolueren naar een director of photography en me meer wil verdiepen in film, maar voor nu blijft fotografie mijn primaire focus.

Waar ben je nu mee bezig?
Naast mijn moederschap hoop ik later deze zomer nog de nieuwe straatserie van Apricale te gaan exposeren in Amsterdam. Ergens in september. Ik zoek nog een locatie. En daarnaast ben ik veel bezig met de Portrait Factory, een separaat bedrijf dat ik heb opgezet en waarbinnen ik alles doe voor portretten, profielen, evenementen, couple-shoots, product-shoots, trouwerijen, enzovoorts. Fotografie is m’n leven en dat zal voor mij altijd zo blijven.



 
Wil je meer weten?
Koop de nieuwste editie bij jou in de buurt, of bestel deze editie.
Wil je meer weten?
Koop de nieuwste editie bij jou in de buurt, of bestel deze editie.




©2024 De Andere Krant.
Alle rechten voorbehouden.