Het verhulde naziverleden van de Duitse Quandt-dynastie

quandt-dynastie
Beeld: Günther Quandt, Wehrwirtschaftsführer
💨

“Alleen al het aankaarten van hun foute verleden roept weerstand op”​
“Alleen al het aankaarten van hun foute verleden roept weerstand op”
Datum: 30 juni 2023
verborgen machten

Toine Rongen

Toine Rongen

Wie het waagt zich kritisch uit te laten over het nederzettingenbeleid van Israël in de bezette Westbank, de schijnwerpers zet op dubieuze ‘Joodse persoonlijkheden’ als George Soros en de familie Rothschild of vraagtekens zet bij de invloed van zionistische organisaties op het pro-Israëlische beleid van bijvoorbeeld de VS, heeft grote kans gelabeld te worden als antisemiet, met canceling als gevolg. Tegelijkertijd is het blijkbaar geen probleem dat Duitse industriëlen die de nazi’s steunden, nog altijd tot de rijksten der aarde behoren.

Antisemitisme is een zwaar verwijt waar mensen regelmatig mee om de oren worden geslagen. Het overkwam de inmiddels bekende schrijver David Icke, die Nederland niet meer in mag omdat hij een ‘holocaustontkenner’ zou zijn, zonder dat daarvoor enig bewijs is. Het overkwam artiest Roger Waters, voormalig lid van de wereldberoemde band Pink Floyd, die tijdens een optreden in Berlijn een karikatuur van de SS maakte, waarop Zionistische actiegroepen hem beschuldigden van antisemitisme, te meer omdat hij het regelmatig opneemt voor de Palestijnen. In de VS heeft president Biden onlangs zelfs een ‘nationale strategie ter bestrijding van antisemitisme gelanceerd’, die ‘antisemitische hate speech’ moet gaan bestrijden.

Deze verwijten van antisemitisme zijn ironisch als je bedenkt dat de grote Duitse industriële dynastieën, die Adolf Hitler steunden, niet of nauwelijks zijn bestraft voor hun oorlogsmisdaden. Ze konden zelfs hun bezittingen behouden en snel weer naar de top klimmen. De ex-steunpilaren van Hitler behoren al vele decennia tot de rijksten der aarde.
De Nederlandse onderzoeksjournalist David de Jong openbaarde met zijn boek Nazi-miljardairs (2022) de verbijsterende geschiedenissen van nazi-industriëlen als Friedrich Flick, August von Finck, Ferdinand Porsche en Günther Quandt (1910-1982). Met name de erfgenamen van Quandt blijven hun familieverleden vergoelijken, bagatelliseren of zelfs ontkennen. Terwijl van de twaalf miljoen buitenlanders die tijdens de oorlog in Duitsland te werk waren gesteld, tweeënhalf miljoen stierven, vaak als gevolg van de werk- en leefomstandigheden.

IG Farben, Siemens, Daimler-Benz, BMW, Krupp en de bedrijven van Quandt maakten gebruik van dwang- en slavenarbeid. Quandts fabrieken leverden kogels, geweren en Lugerpistolen aan de Wehrmacht en fabriceerden behalve accu’s ook torpedo’s en raketten voor Duitse onderzeeërs. De Wehrmacht, de NSDAP, de SS en de SA droegen uniformen van zijn ­textielfabrieken. Zijn in Poznan gevestigde wapenfabriek maakte vlammenwerpers, torpedo’s, kanonnen en mitrailleurs voor de Ju 88-bommenwerpers. Zo’n 24.000 mensen verrichtten onder erbarmelijke omstandigheden dwangarbeid.

De familie nam Joodse eigendommen over voor prijzen die ver onder de werkelijke waarde lagen, zoals het Duits-Joodse bedrijf Byk Gulden, een geneesmiddelen- en chemiebedrijf. Gaandeweg de oorlog veroverden de Quandts vele Belgische, Poolse, Kroatische en Griekse bedrijven. Ruim 57.500 mensen stonden te boek als Quandt-slaaf. Onder meer 1500 gevangenen van het kamp Neuengamme werkten bij Quandts accufabriek. Werden ze na een ontsnapping opgepakt, dan gingen ze voor de ogen van hun medegevangenen aan de galg of kregen een nekschot.

Herman Göring schonk Günther Quandt de titel Wehrwirtschaftsführer. Hij was de echtgenoot van Magda Friedländer. Na hun scheiding hertrouwde zij met Joseph Goebbels, de latere minister van propaganda. Magda had van Günther een zoon, Harald Quandt. Vanwege zijn uiterlijk fungeerde hij in de nazipropaganda als het Arisch wonderkind.

Na de oorlog verzweeg Günther zijn NSDAP-partijlidmaatschap en ventileerde een ‘afkeurende houding tegenover de partij’. Met zijn verhuizing van Berlijn naar het door de VS bevrijde München hoopte hij te profiteren van de bescherming van de Amerikanen. Het Office of Strategic Services (OSS), de voorloper van de CIA, had hem echter sinds 1941 op de korrel. Op 18 juli 1946 verdween de 65-jarige Günther dan ook in de cel waar hij wachtte op zijn proces.
De rechtszaken tegen Duitse zakenlieden, die plaats zouden vinden na het hoofdproces in Neurenberg, werden echter alsmaar uitgesteld. De Koude Oorlog was uitgebroken en de Amerikanen vreesden ‘een door de Sovjets gedomineerd antikapitalistisch schijnproces’. Zij wilden Duitsland inlijven in hun strijd tegen de Sovjets. De Britten waren oorlogsmoe en maakten zich zorgen over de extra kosten.

Uiteindelijk ging de Amerikaanse hoofdaanklager Telford Taylor akkoord met drie vervolgprocessen tegen Duitse industriëlen, onder wie Flick, Krupp en zijn directeuren en de bazen van het chemieconcern IG Farben – die er allemaal heel licht van afkwamen en snel op hun oude posities terug waren. De Quandts ontsprongen de dans helemaal.

De oprichting van West-Duitsland (1949) was voor de industriëlen een uitkomst. Konrad Adenauer, de eerste West-Duitse kanselier, kondigde in zijn regeringsverklaring Vergangenes vergangen sein zu lassen, ofwel het verleden te laten rusten. Het bestuursapparaat, het leger en de rechterlijke macht zouden niet verder worden onderzocht op hun rol in het Derde Rijk, besloot hij, het waren slechts meelopers geweest.

De Amerikaanse president Truman benoemde vervolgens John J. McCloy tot eerste Amerikaanse hoge commissaris voor bezet Duitsland. In 1950 en 1951 schonk McCloy niet alleen gratie aan de voormalige nazi-industriëlen, hij gaf ze zelfs hun bedrijven terug, trok doodvonnissen in en verkortte gevangenisstraffen van SS-officieren die honderdduizenden hadden afgeslacht. McCloy wilde hiermee de nieuwe West-Duitse regering en haar burgers, van wie velen op strafvermindering aangedrongen, gunstig stemmen.

Vreemd genoeg groeide ook in Israël, de in 1948 opgerichte Joodse staat, de behoefte aan opbouwende betrekkingen met de nieuwe Duitse republiek. Het Israëlische Parlement gaf in 1952 met een nipte meerderheid groen licht voor de herstelbetalingen die de toenmalige Israëlische premier Ben Gurion met zijn West-Duitse collega Adenauer had onderhandeld. De prille Joodse staat ontving van West-Duitsland 3 miljard Duitse Mark voor het door de nazi’s aangedane oorlogsleed.

Historicus Daniel Marwecki schreef in zijn boek Germany and Israel, whitewashing and state building (2020) dat West-Duitsland hiermee de toenmalige pro-Israëlische wereldleiders gunstig wist te stemmen met het gevolg dat het nieuwe Duitsland een volwaardig lid van de wereldgemeenschap werd. Volgens Marwecki is West-Duitsland tot de Zesdaagse Oorlog (1967) zelfs de grootste sponsor van de Joodse staat geweest. Niet Frankrijk, Engeland of de VS. “Een voor het grote publiek verborgen feit”, aldus Marwecki in een interview met de Council for Britisch Research in the Levant.

Hoewel deze leidende rol daarna door de VS is overgenomen, heeft Israël tot op heden op alle mogelijke steun van de Europese supermacht kunnen rekenen en indirect ook van de nazi-miljardairs en hun nazaten. Velen van hen vervulden namelijk een prominente rol in met name de Duitse wapen- en auto-industrie en waren medeverantwoordelijk voor het Duitse Wirtschaftswünder. Voor de gemiddelde Duitser zijn ze tot op de dag van vandaag industriële helden. Alleen al het aankaarten van hun foute verleden roept weerstand op.

Toch verscheen in 2008 zonder een grote aankondiging vooraf en op een laat tijdstip op een Duitse staatszender de onthullende documentaire Das Zweigen der Quandts. De makers kregen van alle hoeken lof toegezwaaid maar het establishment zweeg het verleden van de dynastie dood. In 2019 publiceerde Manager Magazin, een Duits zakentijdschrift, nog een interview met de erfgenamen Susanne Klatten en Stefan Quandt. Het tijdschrift schatte het familiefortuin toen op 26,5 miljard euro. Het dividend van hun BMW-aandelen leverde hun jaarlijks zo’n 800 miljoen euro op. Ze spraken zich uit tegen een verhoging van de erfbelasting en tegen de jaloezie waarmee ze te kampen hadden. “We vieren echt niet het hele jaar vakantie op onze jachten in de Middellandse zee”, lieten ze weten.


 
Wil je meer weten?
Koop de nieuwste editie bij jou in de buurt, of bestel deze editie.
Wil je meer weten?
Koop de nieuwste editie bij jou in de buurt, of bestel deze editie.




©2024 De Andere Krant.
Alle rechten voorbehouden.