Volkskrant verspreidt nepnieuws over HCQ-doden
💨
Bijwerkingcentrum Lareb: “Geen overlijdens door HCQ”
Bijwerkingcentrum Lareb: “Geen overlijdens door HCQ”
Datum: 20 januari 2024
Gezondheid
Toine de Graaf
De Volkskrant bracht op 10 januari sensationeel nieuws. “In de beginfase van de coronapandemie moeten ook enkele honderden Nederlanders zijn overleden aan de bijwerkingen van hydroxychloroquine (HCQ), het malariamiddel dat beloftevol leek tegen covid”, schrijft wetenschapsredacteur Maarten Keulemans.
De media pakten het nieuws breed op. Maar het blijkt nepnieuws, gebaseerd op een gebrekkige Franse studie met extreem hoge doseringen HCQ, een onderzoek waarin Nederland niet eens wordt genoemd. Volgens de Belgische nefroloog dr. Gert Meeus uit Kortrijk gaat het Franse onderzoek “totaal voorbij” aan drie studies uit België met tegenovergestelde uitkomsten. Bijwerkingencentrum Lareb meldde 12 januari dat geen overlijdens zijn gemeld na HCQ-gebruik tijdens de coronapandemie, maar dit werd niet gemeld in De Volkskrant of andere media.
Geen bewijs voor honderden HCQ-overlijdens
“Bijwerkingen coronapil hydroxychloroquine kostten ‘honderden’ Nederlanders het leven”, kopte de Volkskrant op 10 januari. Het bericht, dat breed en kritiekloos werd overgenomen door andere media, blijkt te zijn gebaseerd op een gebrekkige Franse studie, gebaseerd op extreem hoge doseringen, waarin Nederland niet eens wordt genoemd. Volgens de Belgische nefroloog dr. Gert Meeus uit Kortrijk gaat het Franse onderzoek “totaal voorbij” aan drie studies uit België met tegenovergestelde uitkomsten. Bijwerkingencentrum Lareb meldt dat geen overlijdens zijn gemeld na HCQ-gebruik tijdens de coronapandemie.
De Volkskrant kwam op 10 januari met sensationeel nieuws. “In de beginfase van de coronapandemie moeten ook enkele honderden Nederlanders zijn overleden aan de bijwerkingen van hydroxychloroquine, het malariamiddel dat beloftevol leek tegen covid”, schrijft wetenschapsredacteur en ‘journalist van het jaar 2021’ Maarten Keulemans.”
Keulemans verwijst naar een Franse analyse, gebaseerd op cijfers uit de eerste maanden van de pandemie, afkomstig uit België, Frankrijk, Italië, Spanje, Turkije en de VS. Nederland ontbreekt in het rijtje.1 Keulemans laat zich leiden door arts-microbioloog en OMT-lid dr. Marc Bonten, fervent voorstander van de mRNA-prikken en bekend om zijn warme banden met onder meer farmaceut Pfizer.2 De auteurs van de Franse analyse presenteren schattingen, gebaseerd op gebrekkige data uit een gering aantal landen. Die schattingen kwalificeren ze zélf als “beperkt door hun onnauwkeurigheid”. Bonten gebruikte hun giswerk desondanks voor een nieuwe schatting, nu voor Nederland.
Er is geen enkel bewijs dat in ons land “honderden Nederlanders” zijn overleden door HCQ-gebruik. Bijwerkingencentrum Lareb publiceerde op 12 januari dan ook een geruststellend bericht: er zijn wel wat bijwerkingen gemeld na HCQ-gebruik tijdens de coronapandemie, maar “geen overlijdens”. Lareb benadrukt dat bij andere indicaties, zoals reuma, ernstige bijwerkingen van HCQ “zeldzaam” zijn. Chronische HCQ-gebruikers, waaronder ook patiënten met lupus, zijn zich mogelijk rot geschrokken door het verhaal van de Volkskant en de media die dat overnamen.
Dat bij Lareb geen sterfgevallen zijn gemeld na HCQ-gebruik bij covid-19, wil overigens niet zeggen dat in ons land geen enkele coronapatiënt is overleden (mede) onder invloed van HCQ. De Fransen vonden een “associatie” tussen HCQ-gebruik en een 11 procent hoger sterftecijfer in een meta-analyse van verschillende studies. In die studies werden echter zeer hoge HCQ-doses gegeven op een erg laat moment in het covid-ziekteproces. Een hoge dosis HCQ kan dan inderdaad verdere schade toebrengen aan de hartfunctie, die mogelijk al is verslechterd in de ontstekingsfase van de ziekte.3 Dit kan zich in sporadische gevallen ook in Nederland hebben voorgedaan.
De berichtgeving over de Franse analyse suggereerde dat HCQ als therapie bij covid-19 in alle gevallen een slecht idee is. Maar in de vroege fase van de ziekte is wel degelijk een positieve werking aannemelijk, omdat HCQ de vermenigvuldiging van het virus kan remmen. Het middel kan daarom van nut zijn bij de vroege thuisbehandeling van corona. Ook als het snel wordt ingezet bij ziekenhuisopname kan het, mits voorgeschreven in de gangbare veilige doseringen, gunstig uitpakken. Hiervoor zijn meerdere aanwijzingen. Zo vonden Zwolse onderzoekers in 2020 dat coronapatiënten die meteen bij opname HCQ kregen 53 procent minder kans liepen om naar de ic te hoeven.4
Ook in België is aangetoond dat HCQ van nut kan zijn in het ziekenhuis, mits snel ingezet in standaarddoseringen. Onderzoekers van het AZ Groeninge Ziekenhuis in Kortrijk zagen vroeg in de pandemie dat patiënten die géén HCQ kregen een 57 procent hoger risico hadden op sterfte binnen 28 dagen.5 Die uitkomst had zelfs nog gunstiger kunnen uitpakken voor HCQ als het onderzoeksprotocol wat anders was vormgegeven. Zo werden ook ziekenhuispatiënten die slechts één dosis HCQ kregen, meegenomen in de analyse. Terwijl van één pilletje uiteraard niet veel valt te verwachten. Een volledige HCQ-kuur duurde vijf dagen. De Andere Krant besteedde afgelopen oktober uitgebreid aandacht aan deze Belgische studie.6
Onderzoeksleider nefroloog dr. Gert Meeus van het ziekenhuis in Kortrijk heeft met enige verbazing kennisgenomen van de Franse analyse. “Hun analyse wordt zeer sterk beïnvloed door de resultaten van twee grote studies die werkten met een dosis die veel hoger was dan wat gangbaar was in België en de meeste andere landen”, aldus Meeus. “De gebruikte dosis was voor een persoon van 70 kg op de eerste dag vijf keer hoger dan wat toegelaten is volgens de bijsluiter van het geneesmiddel. Het is zeker mogelijk nadelige effecten heeft veroorzaakt, maar het spreekt vanzelf dat de vaststellingen van die hoog gedoseerde studies niet zomaar mogen worden toegepast op een behandeling waar men zich wél aan de volgens de bijsluiter toegestane dosis heeft gehouden. In onze studie werd gebruikgemaakt van de klassieke dosis die al vele tientallen jaren wordt gebruikt in de behandeling van reumatische ziekten, en die een uitstekend veiligheidsprofiel heeft.” Meeus benadrukt dan ook, net als Lareb, dat voor chronische HCQ-gebruikers de Franse analyse niet relevant is.
De Franse onderzoekers maakten geen gebruik van Nederlandse cijfers, maar wel van Belgische. Volgens Meeus gaan ze daarbij “totaal voorbij” aan het feit dat de officiële Belgische overheidsinstantie Sciensano zelf een onderzoek publiceerde dat een “32 procent lager sterfterisico” aantoonde bij gebruik van HCQ. Zijn eigen onderzoek werd niet meegenomen door Sciensano, omdat in Kortrijk bij vermoeden van een bacteriële longontsteking ook het antibioticum azithromycine werd voorgeschreven naast HCQ. “Een andere Belgische studie vond dat het niet gebruiken van HCQ een onafhankelijke factor was die de kans op overlijden significant deed toenemen”, meldt Meeus. Met andere woorden: drie gepubliceerde studies uit België komen tot een conclusie die lijnrecht tegenover die van de Franse onderzoekers staat.
Het artikel in de Volkskrant noemt wel de positieve uitkomsten in Kortrijk, maar geeft aan dat critici deze in verband brengen met “subtiele” onderzoeksfouten. “Honderd procent zeker kun je nooit zijn in dit soort onderzoek”, reageert Meeus. “Maar we hebben er alles aan gedaan om die fouten te vermijden door de mogelijke kritiek op te nemen in ons artikel en deze te ontkrachten. Overigens kan men de fouten in de Franse analyse moeilijk ‘subtiel’ noemen.”
Daarmee drukt Meeus zich nog diplomatiek uit, vergeleken met critici elders in wereld. De Amerikaanse internist Meryl Nass: “Deze studies testten in feite niet de voordelen van HCQ bij Covid-19, maar eerder of patiënten toxische, niet-therapeutische doseringen kunnen overleven”.7 De Amerikaanse cardioloog Peter McCullough noemde het Franse werkstuk een “nepstudie”. Tegenover The Defender zei hij: “Ziekenhuisartsen die wanhopig hun patiënten wilden helpen, dienden HCQ te laat toe en de patiënten waren te ver heen.”
Het onderstreept dat voor een gunstig effect HCQ vroeg in het ziekteproces moet worden ingezet in standaarddoseringen, zoals huisarts Rob Elens uit het Limburgse Meijel deed. Elens behandelde tien coronapatiënten met HCQ, zink en azitromycine, die binnen een week opknapten. Nadat hij dit had gemeld op Youtube, verbood de Inspectie hem op 8 april 2020 deze behandeling nog langer toe te passen.
“Ik krijg straf omdat ik mijn vak uitoefen”, zei Elens daarna in een interview met ondergetekende in Fit met Voeding. “Het lijkt wel of er een soort new world order-kracht aan het werk is, die alles verbiedt wat goedkoop is en effectief: we moeten met alle zeven miljard mensen aan de vaccins van Bill Gates.” En: “Toen hier die twee mensen van de Inspectie op bezoek waren, voelde ik dat ze mij begrepen. Maar ze hadden van hogerhand de opdracht om mijn aanpak niet toe te laten. Dat was mijn ‘tussen de regels door’-gevoel.”
In 2021 bevestigde Robert F. Kennedy het gelijk van Elens in zijn boek The Real Anthony Fauci (vertaald als: De gevaarlijkste dr. op aarde). Daarin laat Kennedy er geen twijfel over bestaan dat HCQ vanaf het begin een bedreiging vormde voor “Bill Gates’ 48 miljard covid-vaccinproject”. De noodvergunningen die daarvoor nodig waren, zouden zowel in de VS als in de EU onmogelijk zijn geweest als een medisch behandelalternatief voorhanden was geweest. HCQ moest daarom meteen van tafel als behandeloptie, zoals later het eveneens effectieve ivermectine.
Wil je meer weten?
Wil je meer weten?